Van de Griekse goden tot de filosofie van Socrates
Tijd van de Grieken en de Romeinen
Mijn stukje gaat over de Grieken en Romeinen en hun wetenschap en filosofie. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik me altijd al heb geïnteresseerd in het Grieks/Romeinse tijdperk. Mijn deelvraag is: Wat voor ontwikkelingen in filosofie en wetenschap waren er bij de Grieken en Romeinen? Deze vraag ga ik onder andere met behulp van de beroemde filosoof Socrates beantwoorden.
Over Grieken en Romeinen in het
algemeen:
Griekenland ontstaat
rond 750 v. Chr. In de 5e eeuw v. Chr. was het hoogte punt van
Athene, de belangrijkste stad in Griekenland. In de tijd van de Grieken waren
er veel vooruitgangen, ontdekkingen en ontwikkelingen in het gebied van
filosofie en wetenschap. Perikles heeft op zijn initiatief de tempel van Pallas
Athene laten bouwen op de Acropolis. Dit was rond 495-429 v. Chr. Deze tempel
werd gebouwd ter ere van de goden. Grieken waren de grondleggers van de
democratie. Alexander de Grote veroverde een groot gebied waaronder Perzië rond
331 v. Chr. Na zijn dood wordt Griekenland verdeeld onder zijn drie machtigste
generaals. De Grieken gaan wonen in veroverde gebieden en nemen de Griekse
cultuur met zich mee, dit heet het Hellenisme. Rond 200 voor Chr. steken de
Romeinen over naar Griekenland en veroveren Griekenland. Veel van de Griekse
cultuur blijft bestaan. Dit komt bijvoorbeeld omdat Griekse leraren werden
ingezet om Romeinse kinderen te onderwijzen. De Romeinen veranderen deels de
Griekse cultuur. Ze kijken soms met anderen ogen naar filosofie en wetenschap
dan de Grieken. Er kwam een crisis in het Romeinse rijk rond 270 na Chr. en
rond 500 na Chr. is het tijdvak van de Grieken en Romeinen definitief aan het
einde.
De ontwikkelingen van Filosofie en
Wetenschap bij de Grieken en Romeinen en de kenmerkende aspecten die hierbij
passen:
De meeste
ontwikkelingen in het tijdperk van de Grieken en Romeinen waren in de tijd van
de Grieken. Er waren dus in de tijd van de Grieken heel veel ontwikkelingen in
de wetenschap en filosofie. De kenmerkende aspecten die bij dit tijdperk passen
en dit onderwerp zijn:
-De ontwikkelingen van filosofie en wetenschap en het nadenken over de rol van
de burger in de samenleving.
-Klassieke vormen in beeldende kunst en architectuur.
-De groei van het Romeinse Rijk, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in
Europa Verspreidde.
-Het contact tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germanen van
Noordwest-Europa.
-De ontwikkelingen van de eerste monotheïstische godsdiensten: Jodendom en
Christendom.
Bij deze Kenmerkende aspecten zullen later uitleg en voorbeelden genoemd
worden.
De ontwikkelingen van filosofie en
wetenschap en het nadenken over de rol van de burger in de samenleving:
Filosofie en wetenschap
en het nadenken van de rol van de burger in de samenleving hoort grotendeels
bij de Grieken. Perikles heeft de tempel van Pallas Athene gebouwd. Door deze
tempel weten we hoe de Grieken naar het geloof keken en hoe ze over de wereld
dachten. De tempel was gebouwd voor Pallas Athene. Pallas Athene was de dochter
van Zeus. Pallas Athene en Zeus waren/zijn Goden. Zeus was/is de God van
Bliksem, zo zijn er nog meer Goden. De Grieken hadden tempels om deze Goden te
eren, hierdoor weet je dat de Grieken in het begin geloofden dat verschillende
goden de wereld hadden gecreëerd en ook de baas waren over de wereld. Perikles
was ook een voorvechter voor de Atheense democratie. De Atheense democratie
ging over het feit dat burgers mochten stemmen. Perikles was de eerste die geld
gaf als de Grieken mee gingen stemmen. In Athene was een directe democratie.
Niet alle mensen in Athene mochten stemmen, ze mochten niet stemmen als; ze
vrouw waren, arm waren (niet genoeg geld voor wapenuitrusting), nieuw in de
stad waren en als ze te jong waren.
Rond 500 voor Chr. ontdekte de wetenschap een deel van het menselijk lichaam
(hoe het werkte). In de Griekse oudheid werd naast het menselijk lichaam ook nog
andere wetenschappelijke ontdekkingen gedaan en kwamen er ontwikkelingen in de
filosofie. Zoals; verklaring op het werken van Kosmos, natuurfilosofie en later
klassiek filosofie. Meer praktisch gericht was; geneeskunde, astronomie de
kalender werd opgesteld en astrologie.Er waren veel belangrijke filosofen en wetenschappers in de klassieke
oudheid.
De drie belangrijkste hiervan zijn:
-Socrates
-Plato
-Aristoteles
Over Plato en Socrates en hun filosofie en
wetenschap:
Plato was de leerling
van Socrates en de leraar van Aristoteles. Hij heeft veel dialogen geschreven
over verschillende onderwerpen. Hij werd met zijn ideeënleer de 'aartsvader van
filosofisch idealisme'. Plato heeft verschillende boeken en dialogen
geschreven.Plato heeft ook heel veel dialogen over Socrates geschreven. Een van
die dialogen gaat over de laatste uren van Socrates. Dit dialoog staat in het
boek Phaedo.
In 399 v.Chr. werd Socrates
aangeklaagd door Meletus:
Socrates pleegt onrecht door de goden die de stad vereert niet te vereren en door nieuwe goddelijke wezens te introduceren; voorts pleegt hij onrecht door zijn slechte invloed op de jeugd. De geëiste strafmaat: de dood.
Bij de rechters
was het Socrates bijna gelukt om zichzelf vrij te spreken. Toen de rechters hem
zelf de straf wilden laten kiezen, begon Socrates hen uit te lachen. Na vele
beledigingen naar de rechters gegooid te hebben, kreeg Socrates alsnog de
doodstraf.
Socrates zat gevangen in een cel waar hij niet uit wilde ontsnappen. Dit was
omdat hij al die jaren zich aan de wet had gehouden en de wet had onderschreden
en hij vond dat hij het niet kon maken om nu de regels te breken, hoe oneerlijk
het ook mocht lijken.
In zijn laatste uren van zijn leven kwamen er vrienden van Socrates op bezoek.
Ook kwamen er twee Pythagoreïsche filosofen, Simmias en Cebes. Tijdens het
bezoek praat Socrates over de ziel na de dood.Socrates had vier argumenten hierover:
-Het eerste is het argument van tegengestelden:
De dood het tegenovergestelde van leven, en zo komen levende wezens dus voort uit dode
dingen. Dit houdt in een levenscyclus, als we dood gaan blijven we niet dood
maar komen we weer tot leven.
-Het tweede argument is de theorie van de herinnering:
We wisten hadden al veel kennis, maar grotendeels zijn we verloren bij de
geboorte. Door de juiste vragen te stellen herinneren we het ons weer. Dus we
zijn dan weer herboren.
-Het derde is het argument van overeenkomst:
Volgens Socrates zat er verschil in het feit dat er dingen bestonden die onstoffelijk, onzichtbaar en onsterfelijk zijn en de dingen
die stoffelijk, zichtbaar en vergankelijk zijn. De ziel is
iets dat je niet kan zien dus is het ook onsterfelijk.
Simmias en
Cebes maken bezwaar. Simmias zegt dat de ziel van muziekinstrumenten afkomt en
dat de ziel alleen kan bestaan zolang het muziekinstrument betstaat. Cebes zegt
dat de ziel sterfelijk is maar toch vele lichamen kan hebben.
Socrates geeft Simmias antwoord door erop te wijzen dat zijn Theorie van Afstemming in strijd is met de Theorie van Herinnering, waarin wordt gesteld dat
de ziel al bestond vóór het lichaam. Met Cebes begint Socrates een discussie
over oorzakelijkheid die hem uiteindelijk leidt naar het begin van zijn vierde argument: Socrates
zegt dat de onzichtbare vormen de oorzaak zijn van al de dingen die op aarde
gebeuren. De vorm is een deel van de ziel. Dus de ziel moet kan niet
iets zijn dat niet leeft.
Wel, Simmias, ware filosofen oefenen zich dan ook werkelijk in het sterven; en dood-zijn is voor hen, minder dan voor welke andere mens ook, een verschrikking. Beschouw het van uit deze hoek. Op alle mogelijke manieren liggen zij met hun lichaam overhoop; ze zijn er integendeel op uit een ziel te hebben die alleen op zichzelf is; als dat waar is, zou het dan geen grove inconsequentie zijn indien ze, op het ogenblik waarop hun wens in vervulling gaat, vrees toonden en zich ergerden? (292)
Plato, Verzameld Werk, deel 2, editie Xavier de Win
In deze tekstbron staan de woorden van Socrates. In zijn laatste uren
heeft Socrates een verslag gehouden over de ziel na de dood. In de bron lees je
Socrates woorden tegen de filosoof Simmias. Nadat hij zijn theorie heeft
gedeeld met Simmias en Cebes. In de bron staat dat filosofen juist moeten
denken aan de dood. Dat de dood voor hen verschrikkelijk is omdat zij geloven
in de ziel.
En dat het niet logisch is dat als de wens van de filosofen in vervulling gaat,
dus het dood gaan, dat ze bang zijn voor wat komen gaat en zich ergeren aan dit
feit.

In de tekstbron vertelt Plato over de dood van Socrates. Op het schilderij is de dood van Socrates ook afgebeeld. Socrates was ter dood veroordeeld. Op de achtergrond zie je een gang, aan het einde van die gang zit tralies. Aan de muur boven de mensen aan de rechterkant hangt een ketting. De muur waar deze ketting aan hangt is van massieve grijze stenen. Door dit alles weet je dat dit schilderij zich afspeelt in de gevangenis. Op het schilderij zit Socrates in het midden van zijn cel op een houten bed. Hij heeft zijn arm omhoog praat met de mensen om hem heen over de ziel na de dood. De mensen in het schilderij om Socrates heen zijn de vrienden van Socrates, vele van deze mensen zijn ook filosofen. Ze staan allemaal droevig afgebeeld. Verdrietig om het feit dat dit de laatste uren van Socrates zijn. De man op de voorgrond in de oranje kledij heeft een beker vast die hij overhandigd aan Socrates. In deze beker zit gif (een extract van gevlekte scheerling) die Socrates moet drinken waardoor hij langzaam dood zal gaan.
Afsluiting:
Er waren vele ontwikkelingen gebeurd bij de Grieken en Romeinen in het gebied
van de filosofie en wetenschap. Mensen gingen anders naar de wereld kijken,
anders denken. De rol van de burger werd belangrijk, maar ook kwamen er
ontwikkelingen in de wetenschap bijvoorbeeld dat er een deel van het menselijk
lichaam werd ontdekt. Naast de wetenschap kwamen er ook ontwikkelingen in de
filosofie. De meest bekende filosofen uit de Griekse tijd zijn:
-Socrates
-Plato
-Aristoteles
Socrates heeft geen schriften na gelaten. Maar zijn leerlingen Plato en
Xenophon hebben veel over Socrates geschreven, met name Plato. Een van de
dialogen die Plato heeft geschreven over Socrates is het Phaedo. Dit dialoog
gaat over de dood van Socrates. Voor mijn werkstuk heb ik Socrates gekozen
omdat hij de leraar is van Plato en Plato de leraar van Aristoteles. Dus Socrates
is een van de grondleggers van filosofie. Een van de dialogen in het boek
Phaedo heb ik gebruikt als primaire tekstbron in mijn verslag. Dit heb ik zo
uitgebreid verteld, omdat het boek gaat over de dood van Socrates, een van de
belangrijkste filosofen uit de geschiedenis. Ik wilde graag meer weten over hoe
Socrates de doodstraf had gekregen en waarom, als hij zo'n belangrijk persoon
is geweest. Ik vond het interessant om over zulke belangrijke mensen een
verslag te maken en te kijken wat ze nou precies hadden gedaan in hun tijd en
waarom zij nou zo bijzonder worden gevonden tot op de dag van vandaag.